Op weg naar eliminatie van tuberculose: hoe Nederland meedoet in de wereldwijde race tegen tbc

Ondanks tientallen jaren van vooruitgang blijft tuberculose (tbc) één van de dodelijkste infectieziekten ter wereld. Jaarlijks eist tbc nog steeds meer dan een miljoen levens. In 2014 lanceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de End TB Strategy: een wereld zonder tbc in 2035.

Maar tien jaar later is dat doel nog ver te zoeken. Volgens het WHO Global TB Report 2024 is het aantal nieuwe tbc-gevallen sinds 2015 slechts met 8% gedaald – ver verwijderd van de beoogde 50% in 2025. De wetenschap boekt vooruitgang, maar investeringen en innovatie blijven achter.

Innovatie of stagnatie?

Een van de pijlers van de End TB Strategy is onderzoek en innovatie – de motor achter nieuwe doorbraken. De WHO noemt vier prioriteiten:  

  • Nieuwe vaccins die infectie en ziekte kunnen voorkomen;  
  • Kortere en eenvoudigere behandelingen voor zowel gewone als resistente TB;  
  • Snelle, betrouwbare testen die werken in echte zorgsituaties;  
  • Onderzoek naar implementatie, zodat innovaties ook werkelijk patiënten bereiken.  

Daarnaast groeit de aandacht voor preventieve behandeling (TPT), geneesmiddelinteracties en de toename van resistentie tegen belangrijke middelen zoals bedaquiline. Ook zoeken onderzoekers naar manieren om testen eenvoudiger te maken, bijvoorbeeld met tonguitstrijkjes of next-generation sequencing.  

Toch blijft de grootste belemmering het gebrek aan financiering.  

Het 5 miljard dollar-gat

Tijdens de VN-top over tuberculose in 2023 beloofden landen samen 5 miljard dollar per jaar te investeren in tbc-onderzoek. In werkelijkheid werd slechts 1,2 miljard uitgegeven.  

Meer dan de helft daarvan kwam van slechts twee partijen: de U.S. National Institutes of Health en de Bill & Melinda Gates Foundation. Europa doet goed mee, maar haalt nog geen 30% van zijn gezamenlijke “fair share”.  

Ter vergelijking:  

Unitaid investeerde 38 miljoen dollar;  

De EU’s AMR Accelerator en EDCTP samen 60 miljoen;  

Nederland haalde slechts 16% van zijn doel (41 miljoen dollar).  

Zoals pleitbezorgers vaak zeggen:  

“Als tbc dezelfde urgentie had gekregen als COVID-19, hadden we nu allang een vaccin gehad.”  

Zij pleiten ervoor dat landen minstens 0,15% van hun nationale onderzoeksbudget aan TB besteden – een norm die India en Zuid-Afrika al halen, maar veel westerse landen nog niet.

De Nederlandse voorsprong

Nederland mag dan klein zijn, maar speelt een grote rol in de internationale tbc-wetenschap.  
Meer dan twintig Nederlandse instellingen en universiteiten werkten de afgelopen tien jaar aan tbc-onderzoek – goed voor ruim 1.000 publicaties en meer dan 50 promoties.  

Een Nederlands visiedocument uit 2014 benoemde vier sterke pijlers die nog steeds overeind staan:  

  1. Fundamenteel onderzoek – hoe mens en bacterie met elkaar interageren;
  2. Epidemiologie – transmissie in kaart brengen en risicogroepen identificeren;
  3. Behandeloptimalisatie – nieuwe regimes testen en verkorten;
  4. Gezondheidssystemen – zorg verbeteren en meer kosten effectief maken.  

Vandaag leveren Nederlandse teams bijdragen aan vaccins, diagnostiek, geneesmiddelenontwikkeling, modellering en implementatieonderzoek. Via organisaties als het KNCV Tuberculosefonds, KIT, Radboud UMC en Amsterdam UMC reikt de Nederlandse invloed tot ver buiten de landsgrenzen. Nederland blinkt vooral uit in fundamentele tbc-biologie, geleid door LUMC, Radboud UMC en Amsterdam UMC.  

Transmissieonderzoek en modellering worden gedreven door Erasmus MC, KIT, RIVM en KNCV.  

Behandeloptimalisatie loopt van lab tot kliniek — van Radboud UMC tot UMCG.  

Implementatieonderzoek en beleidstoepassing vinden hun thuis bij KIT en KNCV.  

Tijd voor hernieuwde investering

Zonder extra financiering zullen de tbc-doelen voor 2030 buiten bereik blijven. De wetenschappelijke routekaart ligt klaar – wat nog ontbreekt, is politieke en financiële daadkracht.  

Voor Nederland betekent dat: bouwen op bestaande kracht en investeren in de toekomst. Daarmee kan het land zijn leidende rol behouden in diagnostiek, behandeling en vaccinontwikkeling.  

De coronapandemie bewees dat wanneer wetenschap voldoende wordt gefinancierd, wonderen binnen maanden mogelijk zijn.   

Tuberculose – een ziekte ouder dan de mensheid zelf – verdient dezelfde urgentie.