Met pensioen - Marja Karels

Je vergeet weleens dat ook in Nederland mensen nog sterven aan tuberculose” 

Kun je iets vertellen over wie je bent, waar je werkt en voor hoe lang - en wanneer je met pensioen gaat? 

“Ik werk sinds 2008 als verpleegkundige bij de GGD Hollands Noorden. Eerst bij de afdeling infectieziekten en Milieu en daarna op de afdeling tuberculosebestrijding. Eigenlijk had ik graag direct willen starten op de afdeling tbc-bestrijding, maar daar was op dat moment geen plekje vrij. Ik had al 18 jaar gewerkt bij de medische dienst asielzoekers op de diverse centra in onze regio. Daar begon ik als praktijkverpleegkundige, en later in de preventie. Ik gaf voorlichtingen, - met voorlichters in eigen taal of met tolken - over o.a. spanningsklachten en infectieziekten. Toen kwam er dus een plekje vrij bij de tbc-bestrijding vrij en werd ik gevraagd. De afgelopen 15 jaar heb ik bij de GGD Hollands Noorden in een klein zelfstandig werkend team altijd met veel plezier gewerkt. Per 1 juli ga ik dit jaar met vervroegd pensioen.” 

 

“Als afscheid gaan we met elkaar vijf dagen naar het geboortehuis van mijn moeder. Dat ligt op een eiland, midden in een bos in Finland. Hier zal ik straks ook een groot gedeelte van mijn pensioen gaan doorbrengen. Mijn collega’s kan ik deze plek vast laten zien.  Mijn dochter heeft gekozen om in Finland te gaan studeren en mijn broer en familie wonen daar al enige jaren.” 

 

Kan jij iets vertellen over bijzondere gebeurtenissen of een casus van de afgelopen jaren, die jou is bijgebleven, die indruk op jou heeft gemaakt? 

“Wat ik altijd opmerkelijk blijf vinden is dat als de diagnose gesteld is en mensen starten met de behandeling, je ze vaak heel snel ziet opknappen. Wanneer iemand zelf niet het idee heeft beter te worden en vervolgens overlijdt is dat altijd een heftige gebeurtenis. Je vergeet weleens dat ook in Nederland mensen nog sterven aan tuberculose. De begeleiding van de naasten is dan van een heel andere orde, en dat vraagt om even goed omschakelen. Ik heb heel veel bijzondere mensen meegemaakt. De uitdagingen om te ondersteunen in het volbrengen van de behandeling is altijd heel divers. Bijvoorbeeld bij het bedenken van hoe iemand met een rolstoel vanuit Noord-Holland met openbaar vervoer naar Beatrixoord moet. De kracht en de creativiteit van de mensen zelf proberen te blijven gebruiken blijft hierbij ook altijd een uitdaging.” 

 

Wat zijn voor jou nog de grootste uitdagingen vandaag de dag op het gebied van tbc-bestrijding in Nederland? 

“Mijn grootste uitdaging is om tuberculose, juist door de dalende incidentie in Nederland, op de kaart te houden bij de diverse hulpverleners. Een andere uitdaging is om mensen met elkaar te verbinden. Als verpleegkundige sta je er midden tussenin. Je verbindt de patiënt, arts, ziekenhuispersoneel, GGD-collega’s en de mensen uit de omgeving van patiënt met elkaar. Ik vind het heerlijk om hier als spil tussen te staan en te zien dat ieder zijn rol heeft. Mijn rol is daarbij vooral beetje bijschaven, sturen, geruststellen, informatie verstrekken, alles om de behandeling en het contactonderzoek goed te laten verlopen.” 

 

“Ook pleit ik er altijd voor om geen onnodige, belastende onderzoeken te doen. Gewoon sputumonderzoek geeft vaak al zoveel bewijs. Dit geven we vanuit de GGD ook telkens als reminder mee tijdens de ziekenhuisbesprekingen.” 

 

“Het is ook belangrijk om bij overleggen met de regionale huisartsen aan te geven wat de taken zijn van de tuberculoseafdeling. En te benadrukken dat ze bij reizigers of immigranten uit hoog endemische landen altijd aan tuberculose denken in de DD. Door de lage incidentie zijn er huisartsen die nog nooit iemand met tuberculose hebben gezien in hun praktijk. Er komen dan vaak veel vragen over besmettelijkheid vanuit deze praktijk.” 

 

“De grote uitdaging is om door te blijven gaan met screenen op infectie bij asielzoekers en immigranten uit hoog endemische landen. En de TBI-behandelingen goed te blijven monitoren. Door de hulp van de begeleiders bij de AMV-locaties en de korte lijnen werkt dit heel goed. Hierdoor worden de meeste driemaandelijkse preventieve behandelingen succesvol afgerond. Ik heb het idee dat we hierdoor in de toekomst minder tuberculose gaan vinden bij deze groep mensen. En dan blijft ook de incidentie in Nederland dalen!” 

 

Wat zou je willen meegeven aan het Nederlandse publiek en wat neem je zelf mee? 

“Tuberculose is nog altijd bij veel mensen een taboe, een armeluisziekte. Dit realiseren we ons niet altijd als we voortvarend een contactonderzoek willen opzetten. Het is lastig om dit stigma om te buigen. Door het gebruiken van goede tolken, en goed de mensen met tbc te observeren en te proberen te begrijpen wat er allemaal gaande is, hoop ik dat we eraan kunnen bijdragen dat dit stigma minder wordt. Mensen die tuberculose hebben gehad kunnen zelf ook weer bijdragen aan het verminderen van het stigma. Namelijk door uit te dragen dat het iedereen kan overkomen om deze ziekte te krijgen.” 

 

“Wat ik zelf meeneem, is dat de impact van ooit tuberculose te hebben gehad als patiënt groter is dan ik in het begin vermoedde. Het blijft van invloed op het huidige leven van de patiënt. Ik zie dit vaak terug bij oud-patiënten. De angst blijft dat het weer terug kan komen, en het heeft daarmee ook effect op de omgeving, op vrienden en familie.”